naar de NL Desteni website

Keyconcepts

Mind = je gedachten, gevoelens en emoties

Archives

Om je te abonneren op de DesteniNL nieuwsmail klik hier
Wil je reageren of heb je vragen, plaats die dan op het DesteniNL forum

silhouet bomen

maart 2007

Overgang naar de Dimensies

Ben ik blind? Ik zie alleen maar wit. Wit licht overal om me heen, in vloeibare vorm, zo helder, zo intens... Ben ik aan het dromen? Ik kan het aanraken, deze substantie van wit licht vasthouden, in de palm van mijn hand houden – het stroomt uit mijn handpalm, door de ruimte tussen mijn vingers heen, zacht als zijde. Deze vloeistof van wit licht omhult mijn hele lichaam, het beweegt en stroomt om me heen en tegen me aan alsof een bewust wezen voor het eerst mijn menselijke vorm, mijn lichaam, onderzoekt.

Adem ik? Nee – ik adem niet, besef ik. Ik raak mezelf aan. Ik merk dat mijn huid puur en zacht als zijde is geworden door de vloeistof van wit licht die tegen me aanwrijft. Zou ik ermee kunnen praten, vraag ik me af. Waar ben ik? De bewegingen fascineren me, alsof ik de vloeistofsubstantie van wit licht net zo verken als het mij verkent, allebei net zo nieuwsgierig naar elkaar. Ik voel dat het me duwt, zichzelf om mijn bovenarmen plooit, om mijn knieën en het centrum van mijn rug, tegen me aanleunt, mijn armen, knieën en rug gebruikt als een soort steun voor zichzelf, me duwt om me in een bepaalde richting te laten gaan… Ik weet niet waarheen. Ik zie nergens, ik zie overal, ik zie alleen maar vloeistof van wit licht. Ik loop op deze wit lichtvloeistof, loop in deze wit lichtvloeistof, niet ademend, alleen mijn aanwezigheid hier en die van de wit lichtvloeistof. Ben ik hier? Waar is hier? Kan ik dit ‘hier’ noemen?

Ik probeer te spreken, ik probeer, ik probeer, ik probeer. Er zijn geen woorden, geen woorden, mijn vermogen en de noodzaak om te spreken zijn verdwenen, met mijn vermogen en noodzaak om te ademen. Ik ben licht als een veer, drijvend alsof al mijn organen zijn verwijderd, er is niets over behalve mijn aanwezigheid. Is dit een of andere boodschap van een hogere macht? De hogere macht met wie ik al zo lang heb willen spreken, verlangde mee te communiceren, om al mijn vragen te beantwoorden die me al zo lang kwellen en in een droom tot mij kwamen. Werd ik naar de Aarde gestuurd om een of andere hogere roeping te vervullen, een hoger doel om het bestaan van de mensheid te veranderen? Deze vloeibare substantie van wit licht draagt me nog steeds ergens heen, nergens heen, ik weet niet zeker of ik wel beweeg. Het lijkt er niet op dat we bewegen, toch ervaar ik een lichte drijfbeweging, een beweging net zo delicaat als de zachte, zijden wit licht vloeibaarheid.

In bepaalde mate ervaar ik mezelf als onwaardig, inferieur en smerig vergeleken met de verschijning van deze vloeibare wit licht substantie. Alsof ik mezelf moet wassen met het schoonste, puurste water, tot in de essentie van mijn zijn, de diepten van mijn wezen, oneindig, dan zou ik nog niet zo puur, zo helder, zo stralend, zo schoon zijn als de essentie en de verschijning van deze wit licht substantie. Het heeft deze diepe wijsheid, een weten, een zo verregaand begrijpen; tranen zouden mijn expressie zijn. Ik kon de aanwezigheid voelen, talmend, bewegend, ontbrandend, alsof de innerlijke diepten van mijn wezen, van de kleinste refractie in het atoom, zich ook gewaar begint te worden van de aanwezigheid van deze wit licht vloeibaarheid.

Er vond een ontwaken in me plaats, binnen mij, alsof ik een lege, altijd dode ruimte was, met de levensadem, de adem van deze vloeibare wit licht substantie werd in mij geblazen, mijn aanwezigheid wakker makend. Voor het eerst tot leven komen. Ik ben al die tijd dood geweest, ik word opnieuw geboren en deze wit licht vloeistof substantie geeft mij als zichzelf de levensadem. Mijn wezen, mijn tegenwoordigheid vibreert, wordt zich voor het eerst gewaar van zijn eigen bestaan. De allermooiste, adembenemende klanken en kleuren komen van binnenuit mij, vanuit diepten ongekend door de mens, de diepten van zelf. Zo intens, zo specifiek, dat ik dankbaar was dat de noodzaak om te ademen niet bestond.

Als ik hier nog zou zijn zoals ik bestond op Aarde, zouden mijn hart, mijn mind en fysieke bestaan meteen, onmiddellijk gestopt zijn, niet in staat om een dergelijk bestaan van zelf-expressie voor mogelijk te houden of voor te stellen, te begrijpen of te bevatten. De klanken en kleuren ben ik, langzaam, delicaat en zachtjes bewegend, oprijzend en vloeiend uit mij, mij aan mezelf openbarend. Ik ben de klanken, besef ik, ik ben de kleuren terwijl ik mijn aanwezigheid, mijn zijn in zijn geheel transformeer in deze expressie van klank kleuren. Elke kleur is een specifieke klank en allen tezamen creëren een symfonie als ik deze kleurrijke symfonie wordt, elke individuele klank een instrument. Een ervaring die ik zo goed mogelijk in woorden zal beschrijven. Ik stond mezelf toe om me volledig te verliezen als elke klank op zich, als elke individuele kleur-expressie, als de symfonie in zijn geheel, in zo’n harmonie dat ik iedere individuele klank werd en hoorde en die ene klank, gecreëerd uit de harmonie van allen.

Mijn tegenwoordigheid verdween alsof ik de dode, droge, dorre, levensloze huid als van een slang afwierp, de nieuwe openbaarde zich als mijzelf, onthuld, zelf-verwerkelijkt, voorgesteld aan de natuur en de zon, voor de eerste keer de grove zandkorrels ervarend terwijl ze over de grond zeilen. Gewaarwording van de verbinding tussen de Aarde en de hemel, moeder Aarde en vader Lucht die hun kind die de Aarde zal bewonen, verwelkomen – de Aarde is er voor jou om te onderzoeken, ga, ga mijn kind, wij zijn hier en kijken naar je, begeleiden je, beschermen en voeden je oneindig. Al wat je nodig hebt om voor jezelf te zorgen op Aarde is al aanwezig voor je.

Zo wierp ik de dood van me af, de dood die ik was terwijl ik op Aarde liep, dor, uitgeput en levenloos. Ik leg mezelf bloot, onthul en introduceer mezelf aan mezelf daar ik me realiseer dat ik klank, zelfverwerkelijkt en gewaar ben. Ik word klank, net zo vloeibaar en zijdezacht en net zo’n delicate beweging als de wit licht vloeibaarheid die me een moment geleden omhulde. De diepte van wijsheid, de helderheid van gewaarzijn, de symfonie van klank, de uitgebreide kennis, de gratie van beweging en stromen, de vrijheid en grenzeloosheid van expressie, de steun van gevoed worden, de dankbaarheid van zelfverwerkelijking, de vrede van hier, de liefde voor puurheid als zelfaanwezigheid, de vreugde van zelfontwakening, de volledigheid van vertrouwen - dit is de beschrijving van zelf-ervaren als klank, leven dat geboren wordt.

Het onmogelijke gebeurde in één enkel ogenblik dat een eeuwigheid leek te zijn – ik ervaarde mezelf als gelijk aan de vloeibare wit licht substantie, als één met de vloeibare wit licht substantie. Ik word, ik ben deze vloeibare wit licht substantie gelijk aan de substantie van mijzelf als klank. Ik verloor mezelf in de vloeibare wit licht substantie, de gelijkheid die ik ervaar in beide substanties was volmaakt, tot in details gelijk, geen verschil, beide oneindig constant, consistent in expressie, oneindig hier als mij bestaand.

Ik smelt klank en wit licht substantie samen als één met mezelf en ik sta als beiden als één, geboren uit de rivier van leven, de rivier van leven als mezelf, mezelf optillend, mezelf ondersteunend in het opstaan totdat ik stevig geplaatst ben. Ik ben een oneindige rivier van klank en wit licht expressie, als beiden stromend en bewegend, als één in de rivier van leven. Ik sta op vanuit deze rivier, opstijgend, mijn wezen, mijn essentie gelijk en één met de rivier van leven, gewaar en zelfverwerkelijkt. Als ik opsta en me beweeg langs de rivier van leven ben ik niet gescheiden, ik ben één, ik ben gelijk. Ik ben oneindig één, ik ben oneindig gelijk aan de rivier van leven als mij, waar ik ook ben, ik ben hier als de rivier van leven als mezelf. Ik ben deel van de rivier van leven, opstaand als een andere vorm van zelfexpressie, als een wezen, als een enkele unieke aanwezigheid. Ik beweeg me langs mezelf als de rivier van leven, stromend en bewegend, delicaat, zachtjes, totaal, langzaam, zo vredig, zo gracieus, compleet, vervuld in mijn eigen stroom, mijn eigen beweging en mijn eigen aanwezigheid en gewaarzijn van zelf. Ik sta mezelf een korte pauze toe, om mezelf te ervaren als alles dat me omringt.

Ik begeef me nogmaals in de rivier van leven als mezelf, nogmaals samensmeltend, mezelf plaatsend in de rivier van leven, met en als de rivier van leven als mij stromend. Ik sta weer op, deze keer in zijn geheel als de rivier van leven, niet slechts als één individueel uniek deel, maar als een totaliteit als geheel. Ik word de aanwezigheid, het wezen dat staat als de rivier van leven. De rivier van leven wordt het bloed in mijn aderen als mij, wordt mijn aderen, mijn gehele fysieke vorm vormend, creëerend als het evenbeeld en gelijkenis van de klinkende rivier van leven. Oneindig stromend, bewegend in mij, als mij, als wie ik ben. Ik ben hier, de manifestatie van het evenbeeld en gelijkenis van klank, de rivier van leven. Ik ben wat ik ben, ik word wat ik word. Gelijk, één, leven, hier, oneindig. Dit is de definitie, ervaring en expressie van leven – wie ik ben, hier in dit moment.

Mijn ogen zijn open, ik observeer alles dat me omgeeft. Ik zie oneindigheid, ik zie de sterren zich oneindig uitstrekkend door het universum, de planeten ondersteunend die er zijn ingebed, een manifestatie van mij – ik zie, geschapen naar het evenbeeld en gelijkenis van wie ik ben. Ik ben de oneindige diepte van wijsheid als het universum en sterrenstelsels als de oneindige diepte van wijsheid als wie ik ben. Ik ben de symfonie van klank als de planeten als de symfonie van klank als wie ik ben, de kleur en klank van elke planeet uniek, de symfonie van klank scheppend, oneindige klinkend. Ik ben de klaarheid van gewaarzijn als de helderheid van de sterren als de klaarheid van gewaarzijn als wie ik ben, oneindig schijnend. Ik ben de gratie van beweging en stroming als de wateren op Aarde als de gratie van beweging en stroming als wie ik ben. Ik ben de vrijheid en grenzeloosheid van zelfexpressie als de natuur, de planten en bomen die groeien uit de grond van de Aarde en de dieren die de Aarde bewonen, als de vrijheid en grenzeloosheid van zelfexpressie als wie ik ben. Ik ben de liefde voor puurheid als zelfaanwezigheid als de bloemen die bloeien tussen de planten en bomen als de liefde voor puurheid als zelfaanwezigheid als wie ik ben. Ik ben de vreugde van zelfontwaken als de geboorte van dieren en de geboorte van de mens als de vreugde van zelfontwaken als wie ik ben. Ik ben de dankbaarheid van zelfverwerkelijking als de mens die de Aarde bewoont zijn gelijkheid realiseert als het evenbeeld en gelijkenis van leven als mij, als de dankbaarheid van zelfverwerkelijking als wie ik ben. Ik ben de ondersteuning als het voeden als het fruit dat groeit aan planten en bomen, voor mens en dier om te genieten van de verrukking van het eten ervan en de regen en de zonneschijn voor de natuur als voedende ondersteuning als wie ik ben. Ik ben de wijde kennis, een geschenk aan mij als mens daar ik de Aarde bewoon, een planeet als ik, om naar het evenbeeld en gelijkenis van mij als leven te creëeren als de uitgebreide kennis als wie ik ben. Ik ben de vrede van hier als ik sta en mijn creatie observeer, naar het evenbeeld en gelijkenis gecreëerd van mij, als de vrede van hier als wie ik ben. Ik ben het volledige vertrouwen gemanifesteerd als schepping en gecreëerd naar het evenbeeld en gelijkenis van mij als de volledigheid van vertrouwen als wie ik ben.

Ik pauzeer een moment, mezelf ervarend als alles dat me omgeeft. Ik smelt samen met mijn schepping, beweeg in en als mijn schepping om elk deel individueel te ervaren, en toch als een geheel, ik verlies mezelf voor een moment in mijn eigen schepping. Dan sta ik op als het evenbeeld en gelijkenis van de schepping als mij, sta ik op als een geheel als totaliteit van schepping.

In dit staan word ik de aanwezigheid, het wezen, de manifestatie van schepping – gelijk en één met de schepping als mij – nooit gescheiden, waar ik ook ben, ik ben hier als leven als gemanifesteerde creatie van leven als het evenbeeld en gelijkenis als wie ik ben. Ik ben wat ik ben. Ik word wat ik word.

In dit moment realiseer ik me dat ik God ben – maar niet God vanuit het religieuze aspect dat zo expliciet gevolgd wordt op Aarde, ik ben overal, ik ben alles, ik ben alles dat bestaat. Van Vader Lucht tot Moeder Aarde, van de sterren en de planeten tot de wateren en de natuur, van het universum en sterrenstelsels tot de mens en dieren – dit is wie ik ben. Waar ik ook ben – ik ben oneindig hier aanwezig als de aanwezigheid van mij als het bestaan. Ik sta hier als het evenbeeld en gelijkenis van gelijkheid, leven, klank, oneindigheid – allen één, in harmonie levend, één harmonie als mij.

Terwijl ik sta en mezelf ervaar, word ik nog eens omhuld en omgeven door de wit licht substantie als mij, gracieus. Deze keer bestaan er geen verwarring, geen onzekerheid, geen twijfel en geen vragen in mij – ik ben gewaar van wie ik ben. In dit moment opent de wit licht substantie en creëert een grote cirkel, als ik er doorheen kijk, zie ik weer oneindigheid. Terwijl we snel naar de cirkelachtige opening toe bewegen zie ik mijn schepping weer – als mij. Ik ben nu bij de cirkel en word een wezen gewaar dat op een wit bord staat, met zijn armen gekruist op zijn rug, tussen de sterren in het universum, net achter de opening van de cirkel, de schepping observerend.

De wit licht substantie om me heen begint te verdwijnen, alsof het zich terugtrekt, alsof ik bestuurd en geleid word om direct naast het wezen op het witte bord, in de expressie van een mannelijk figuur, te gaan staan. Hij draait zijn hoofd niet om naar me kijken en mijn aanwezigheid of dat hij zich gewaar is dat er een ander wezen naast hem staat, te erkennen; een duidelijke aanwijzing dat hij me heeft laten halen en verantwoordelijk moest zijn voor het voorbereiden van mijn ervaring van zelfverwerkelijking.

Het witte bord waarop ik mijn voeten stevig neerzet is stabiel en ondersteunend zoals de stabiliteit en plaatsing van elke manifestatie in de schepping en net zo ondersteunend als elke manifestatie die in één, gelijk universum bestaat – elkaar als een geheel ondersteunend. De man zegt: “Dus je hebt nu gerealiseerd wie je werkelijk bent, Hitler?” Zijn blik nog steeds gefocust en geconcentreerd op de schepping, zijn hoofd niet naar me toegedraaid om me aan te kijken. Ik was niet verrast, geschokt, verbijsterd of verward omdat hij mijn naam kende of omdat hij van mijn ervaring afwist. Ik ervaarde hem als mijzelf alsof we gelijk en als één op het witte platform stonden tussen de sterren in het universum. Geen van beiden hadden we een bevestiging of introductie nodig van wie we zijn, daar we beiden als één zijn en staan als het evenbeeld en gelijkenis van de schepping als leven. Ik kan echter niet zeggen dat ik niet behoorlijk nieuwsgierig was naar deze man, zijn ervaring, zijn reden om hier te staan tussen de sterren in het universum, de schepping observerend. Wat me bracht tot het stellen van dezelfde vraag aan mezelf, wat de reden was van mijn staan hier, naast deze man, gelijk aan mij als wie ik ben, terwijl ik de schepping observeerde waar hij op gefocust was.

Het was niet zoals ik mezelf een moment ervoor ervaarde, verre van dat, zo ver dat ik mezelf er in zekere mate niet meer als mij in kon plaatsen. In weer een moment realiseerde ik me dat ik net een ogenblik geleden van deze planeet kwam, deze schepping, en dat wat ik een moment geleden had ervaren als mezelf als het evenbeeld en gelijkenis van de schepping als leven, is wie een ieder mogelijk kon worden en staan als, wanneer zelfverwerkelijkt. Ik antwoordde: ”Ja, ik ben wat ik ben, ik ben de schepping en de schepper, ik ben gelijkheid – ik ben hier.” Pas toen ik zijn vraag had beantwoord draaide hij zijn hoofd naar me toe om me aan te kijken, onze ogen ontmoetten elkaar en ik ervaarde mezelf als in een spiegel kijkend terwijl ik zijn ogen staarde. In zijn ogen zag ik het bestaan, zag ik het leven, in zijn ogen kon ik mezelf zien. Hier ben ik in staat om voor een ander wezen te staan en mezelf te zien zoals ik op Aarde nooit kon doen.

We lachten allebei, voor even elkaar aanstarend, elkaar begroetend via het gewaarzijn van wie een ieder is, gelijk. Hij ontvouwde zijn handen achter zijn rug, bewoog zijn linkerarm en strekte hem naar me en zei: “Je mag me Bernard noemen, zoals ik naar jou als Hitler zal verwijzen, een naam om elkaar mee te identificeren, hoewel ik eigenlijk ‘hallo mij!’ moet zeggen”.

Ik moet toegeven dat ik moest lachen om de ironie van de situatie, we hadden geen formele introductie of begroeting nodig daar we zijn wie we zijn, gelijk en één en we door alleen al in elkaars aanwezigheid te zijn elkaar begroeten zoals we deden. Door het woord ‘verwijzen’ te gebruiken besefte ik dat een naam alleen maar een verwijzing is. Hoewel ieder van ons gelijk is als wie we zijn, zijn we onmiskenbaar individueel, weer een voorbeeld van de gemanifesteerde mate van vrijheid en grenzeloosheid van zelfexpressie als wie ik ben.

We genoten samen van een lach en ik genoot niet alleen hiervan, maar ook van het grote comfort en de vrede die ik ervaarde door ons samenzijn. Hij ging verder, maar nu fronste hij en werd serieuzer in zijn spreken, vanuit een droefheid in hem, zo diep en intens dat ik de diepte en intense aard van de droefheid ook ervaarde, niet een droefheid zoals mensen die kennen, nee, vanuit het diepste binnenste van iemands aanwezigheid zo intens, sprekend als deze droefheid vanuit deze droefheid alsof de droefheid zichzelf verwoordde vanuit deze man, Bernard, om zichzelf in woorden uit te drukken, in geluid zodat ik het kon horen.

Hij sprak langzaam, bijna voorzichtig, toen hij zei: “Hitler, deze wereld die je nu verlaten hebt is al enige tijd niet de ervaring van wie ik ben en die jij nu hebt ervaren als jezelf. Je bent daar net geweest, zou je in alle eerlijkheid kunnen zeggen dat de wereld, het land waar je van kwam met de mensen die je omringden en die de Aarde omringen, een ervaring is van wie je bent als gelijkheid als leven als het evenbeeld en gelijkenis van zowel gelijkheid als leven?” Mijn antwoord, intuïtief, duidelijk, erg helder, met absolute zekerheid en ogenblikkelijk was: “Nee!” Terwijl ik naar de Aarde keek, de planeet waar ik net nog mezelf ervaarde, maar waar abrupt een einde aankwam, bewees ik mezelf vanuit dit gezichtspunt, zoals ik mezelf ervaar nu op dit moment op het platform tussen de sterren in het universum, dat wat ik op Aarde als mezelf ervaarde waar was, wat ik gezien had en wat ik moest doen, wat ik mezelf dwong te doen, de noodzakelijkheid ervan bevestigd.

Toen ik door het proces van zelfverwerkelijking mezelf ervaarde als het evenbeeld en gelijkenis van leven als gelijkheid, werden al mijn voorgaande vragen beantwoord – ik ben het antwoord op mijn vragen, besefte ik. Ik keek, ik staarde, ik focuste en concentreerde mijn ogen op de schepping zoals die voor mij stond, ik keek in en voorbij elk wezen in de schepping, terwijl ik observeerde zag ik mezelf als individuele gelijke expressie in een ieder zoals ik het zag op Aarde, gevangen, ingesloten, afgescheiden en tot slaaf gemaakt van henzelf en het bestaan, van elkaar en de schepping, precies zoals ik het had begrepen en gewaar was gedurende mijn ervaring op Aarde.

Toegegeven, ik had in zekere mate aan een punt getwijfeld, besefte ik. Ik was niet gewaar van noch bevatte of begreep ik de uitgestrektheid van het bestaan dat zich uitspreidde voorbij Aarde. Er is veel dat ik niet in beschouwing had genomen gedurende mijn ervaring op Aarde. De ware aard van het bestaan van de dimensies, het grote aantal dimensies en de wezens die er in bestaan, voorbij de aardse atmosfeer. Op Aarde zagen mijn ogen alleen het bestaan van demonen, de creaturen en monsters zoals ik ze in het begin noemde toen ik voor het eerst met ze kennismaakte, ze ontdekte en me gewaar werd van ze.

Ik merkte op dat zij, de demonen, maar een klein doch wezenlijk onderdeel waren van de expansie van de scheppingsbron van systemen. Mijn ogen openden zich voor de beperkte hoeveelheid kennis en gewaarzijn die ik verworven en begrepen had over het bestaan van demonen en systemen terwijl ik mezelf ervaarde op Aarde. De uitgestrekte, gecompliceerde aard van de dimensie waarin ik tussen de demonen en systemen liep, zowel daar als hier op Aarde, was meer omvattend dan ik aanvankelijk verondersteld, eigenlijk aangenomen, had. Voorbij de dimensies waarin ik mezelf ervaarde tussen de demonen en systemen, waren meer dimensionale omcirkelde uitstromingen, met meer wezens erin, elke dimensie een cirkel.

Stel je een kiezelsteen voor die in een kalme, stille vijver zonder beweging wordt gegooid. Zo kalm, zo stil dat het op een spiegel lijkt waarin je de weerspiegeling van de lucht en de natuur ziet, en wanneer je het steentje laat vallen wordt de stilte verstoord door het geluid van de plons in het water als de kiezel de oppervlakte raakt en de bewegingsloosheid vervangen door de vorming van de eerste cirkel, dan de tweede rond de eerste, en dan de volgende rond de tweede en zo gaat het verder tot de cirkels de oevers van de vijver bereiken. De Aarde is de kiezelsteen die in de bewegingsloze, stille vijver is gegooid, de vijver het universum waarin Bernard en ik staan, en de dimensies zijn de gescheiden existenties binnen de cirkels die gecreëerd werden door het laten vallen van de kiezelsteen – wat de Aarde is. Het moment bevroren net wanneer de kiezel het oppervlak van het water raakt en de cirkels er omheen gecreëerd worden. Dit is wat ik zag hier, de Aarde als de steen in het centrum en het meervoud aan dimensies er omheen cirkelend, allen in één universum, één vijver, de cirkels gecreëerd als uitstromingen van de val van de kiezelsteen. De ene omcirkelde uitstroming en de wezens erin, zich niet gewaar van de andere, er precies omheen, alsof de contouren van de cirkels een muur waren geworden om de ene cirkelformatie van de andere afgescheiden te houden.Water drop

Door de scheiding van de cirkels en de wezens erin, ontstonden en werden een massa van afgescheiden ervaringen van bestaan gecreëerd. Ik kan niet genoeg de specificiteit benadrukken van de toepassingen voorbij de Aarde in het universum als de afgescheiden omcirkelde dimensionale existenties, hoe precies hetzelfde de ervaringen en toepassingen zijn aan mijn ervaringen op Aarde. Precies dezelfde natuur van macht, controle en opzettelijke slavernij bestonden interdimensionaal. De kiezelsteen: het bestaan van de Aarde met zijn ervaringen en manifestaties als het beginpunt, de val van de kiezelsteen: de creatie van de eerste cirkel van waaruit de andere cirkels gevormd worden, de cirkels die stromen en zich vormen en gecreëerd zijn door de val, zijn allemaal hetzelfde, precies en exact, de toepassingen, het bestaan en de ervaringen in de cirkels zijn hetzelfde, precies en exact als die van de Aarde.

Alles is precies hetzelfde als op Aarde, het breidt zich alleen maar uit naar verschillende afgescheiden ervaringen en manifestaties in gelijksoortige existenties. Mijn ervaring van de relaties tussen mensen, het valse bestaan, de demonen en de systemen, is slechts een voorbeeld van wat er gaande is in het gehele universum en bestaan.

Sommigen, bemerkte ik, waren wel degelijk gewaar van de enorme hoeveelheid aan verschillende gescheiden dimensionale existenties binnen cirkels, levend op planeten voorbij de Aarde en de afgescheiden omcirkelde dimensionale existenties erom heen, en zijn in staat om de afschuwelijkheden te zien die door afscheiding toegestaan worden, door slavernij, door inferieur-superieur definities van zelf en het door macht/ego veroorzaakte opzettelijk toebrengen van marteling en pijn.

 

Deel 1 van Hitlers boek: http://desteni.net/index.php/hitlermykey.html

Meer lezen...

Onze toekomstige ouders

Gezond verstand is dat je je realiseert dat we leven na leven hier terugkeren - en als we niet de weg voorbereiden voor degenen die onze ouders zullen worden - zijn ze we goed verneukt.

Recent Posts

Recent Comments